Waarom mensen zinloos geweld plegen – en wat dat over onze samenleving zegt

Zinloos geweld

Zinloos geweld. We gebruiken de term vaak – te vaak – om uitbarstingen van collectieve of individuele agressie te benoemen die geen duidelijke rationele oorzaak lijken te hebben. De recente rellen met Club Brugge-supporters, waarbij mensen, passanten, politieagenten en wie er ook maar in de buurt liep werden aangevallen zonder voorafgaande provocatie, zijn slechts één voorbeeld in een lange rij. Maar waarom doen mensen dit eigenlijk? Wat drijft een mens om op een willekeurige vreemdeling in te hakken, om ruiten in te slaan of een winkel in brand te steken?

Wie meent dat het hier gaat om incidenten zonder betekenis, miskent de complexiteit van menselijk gedrag én van onze samenleving.

1. De psychologie van de groep: anonimiteit, ontremming en de macht van de massa

Een van de meest bestudeerde factoren bij zinloos geweld is de-individuatie: het proces waarbij mensen in een groep hun gevoel van persoonlijke verantwoordelijkheid verliezen. De psycholoog Philip Zimbardo, bekend van het Stanford Prison Experiment, toonde aan dat mensen onder de juiste omstandigheden hun morele grenzen loslaten zodra ze anoniem worden binnen een groep. Volgens Zimbardo (2007) is het niet het “kwaad” in de mens, maar de context die geweld uitlokt – een omgeving waarin men zich veilig waant in het collectief.

Voetbalrellen zijn hiervoor het schoolvoorbeeld: de massa biedt anonimiteit, de rivaliteit creëert een “wij versus zij”-dynamiek, en alcohol doet de laatste remmingen wegvallen.

2. Frustratie-agressiehypothese: geweld als uitlaatklep

De frustratie-agressiehypothese, oorspronkelijk geformuleerd door Dollard et al. (1939), stelt dat geweld vaak een reactie is op een ervaren onrecht of frustratie. In moderne vorm gaat het minder over individuele frustraties dan over structurele spanningen: economische onzekerheid, een gebrek aan sociale mobiliteit, racisme, of gevoelens van uitsluiting.

Jongeren die opgroeien in een samenleving waarin ze zich buitengesloten of gekleineerd voelen, zoeken manieren om gehoord te worden. Geweld wordt dan een tragische en destructieve vorm van zelfexpressie. De rellen in Brussel, Antwerpen of Anderlecht ontstaan zelden uit het niets: ze worden vaak voorafgegaan door jarenlange sociale spanningen.

3. Culturele permissiviteit en normvervaging

Onze cultuur speelt eveneens een rol. In een samenleving waarin assertiviteit, confrontatie en prestatie worden verheerlijkt, maar waarin sociale cohesie en empathie steeds minder vanzelfsprekend zijn, ontstaat ruimte voor normvervaging.

De socioloog Emile Durkheim noemde dit al in 1897 anomie: het wegvallen van duidelijke morele kaders. Wanneer maatschappelijke normen vervagen en gemeenschapsgevoel verdwijnt, komt individueel gedrag los te staan van gedeelde waarden. Zinloos geweld is dan niet zomaar een uiting van woede, maar een symptoom van een dieperliggend cultureel vacuüm.

4. Digitale prikkels, verveling en sensatiezucht bij zinloos gewend

Een relatief nieuwe factor is de rol van sociale media. Platforms als TikTok of Instagram belonen extremen – geweld wordt gefilmd, gedeeld en zelfs gevierd. Jongeren groeien op in een hyper gestimuleerde omgeving waarin alles snel, heftig en spectaculair moet zijn.

In combinatie met verveling en een gebrek aan betekenisvolle sociale structuren (zoals jeugdbewegingen, sportclubs of gemeenschapswerk), leidt dat tot een verhoogde prikkelbehoefte. Geweld wordt dan een kick, een event, een verhaal om te delen.  Het lijkt zinloos geweld, maar vindt zijn eigen zingeving in het ‘verhaal’.

5. De banaliteit van het kwaad: moreel disengagement

Albert Bandura, grondlegger van de sociale leertheorie, introduceerde het begrip moral disengagement: het psychologisch proces waarbij mensen hun morele verantwoordelijkheden afleggen door geweld te rationaliseren.(“Iedereen deed het”, “Ze verdienen het”, “Ze begonnen”). Dit mechanisme stelt mensen in staat om onmenselijke handelingen te verrichten zonder zichzelf als slecht te zien.

In combinatie met groepsdruk en het alomtegenwoordige discours van polarisatie (wij tegen zij), ontstaat een cocktail waarin geweld niet alleen mogelijk wordt, maar moreel aanvaardbaar lijkt.  Wat zinloos geweld is voor ons, is voor de plegers een vorm van zingeving.

6. Zinloos geweld? Of betekenisvol geweld?

Het woord “zinloos” is misleidend. Wat voor de buitenwereld absurd of willekeurig lijkt, heeft voor de dader vaak wél betekenis. Ik haalde dit hierboven als enkele malen aan. Of het nu gaat om het uiten van macht, het afreageren van woede, of het zoeken naar verbondenheid met de groep – geweld is zelden puur toevallig. We begrijpen het alleen niet, omdat we weigeren te kijken naar de onderliggende structuren die het mogelijk maken of zelfs aanmoedigen.

Wat kunnen we doen?

Het antwoord op zinloos geweld ligt niet alleen in harder optreden – al is handhaving uiteraard essentieel. We moeten ook durven investeren in:

Onderwijs dat burgerschap en empathie centraal stelt

Wijkwerkingen en jongerenprojecten die sociale verbondenheid stimuleren

Een cultuur die weerbaarheid leert zonder geweld te verheerlijken

Polarisatie tegengaan door politieke leiders die verbinden in plaats van verdelen

Zinloos geweld is geen losstaand probleem. Het is een spiegel. Wat we erin zien, hangt af van hoe diep we durven kijken.

Bronnen voor wie er meer over wil lezen:

• Zimbardo, P. (2007). The Lucifer Effect: Understanding How Good People Turn Evil.

• Dollard, J., Doob, L.W., Miller, N.E., Mowrer, O.H., & Sears, R.R. (1939). Frustration and Aggression.

• Bandura, A. (1999). Moral Disengagement in the Perpetration of Inhumanities. Personality and SocialPsychology Review, 3(3), 193–209.

• Durkheim, E. (1897). Le Suicide.

• Bauman, Z. (2000). Liquid Modernity.

• Arendt, H. (1963). Eichmann in Jerusalem: A Report on the Banality of Evil.

Geef als eerste een reactie

Geef een reactie