Wanneer vrijheid te kwetsbaar wordt om te delen

open debat

Over het merkwaardige lot van woorden die te vrij zijn

Er zijn momenten waarop een samenleving zichzelf een spiegel voorhoudt zonder dat ze het beseft. Wanneer een tekst over vrije meningsuiting geweerd wordt uit naam van diezelfde vrije meningsuiting, is dat er zo één.

Een artikel dat enkel reflecteerde over hoe open samenlevingen omgaan met verschillen in mening, werd recent niet toegelaten tot promotie op een groot sociaal platform. De reden? De inhoud zou “gevoelige maatschappelijke thema’s” bevatten. Met andere woorden: nadenken over vrijheid werd gezien als risico voor de vrijheid zelf. (lees het artikel hier)

Het lijkt een kleinigheid — een algoritmische vergissing misschien. Maar het zegt iets diepers over onze tijd. We leven in een samenleving die vrijheid aanbidt, maar haar niet langer vertrouwt.

De paradox van bescherming

In naam van bescherming worden vandaag grenzen gesteld aan wat zichtbaar mag zijn.
Niet uit slechtheid, maar uit voorzichtigheid. We willen niemand kwetsen, misleiden of in gevaar brengen. Maar precies daardoor ontstaan nieuwe gevaren: stilte, oppervlakkigheid en conformiteit.

Wanneer een tekst niet geweerd wordt omdat hij opruit, maar omdat hij zou kunnen aanzetten tot ongemak, dan verschuift de rol van communicatie van uitwisseling naar conditionering. De bedoeling is nobel: mensen beschermen tegen misinformatie of haat. De uitkomst is paradoxaal: het gesprek wordt zó gecontroleerd dat er geen gesprek meer overblijft.

De filosoof John Stuart Mill waarschuwde er al in 1859 voor. Wie meningsverschillen onderdrukt, schreef hij, berooft de samenleving van haar vermogen om te groeien. Zelfs een fout idee kan een juiste gedachte scherpen. Zonder frictie geen vooruitgang.

De nieuwe behoeders van waarheid

In vroegere tijden waren het vorsten of religieuze autoriteiten die bepaalden wat er gezegd mocht worden. Vandaag zijn het onpersoonlijke systemen — algoritmen, richtlijnen, automatiseringen — die dat doen. Ze werken niet vanuit ideologie, maar vanuit angst om te schaden. Dat maakt ze niet kwaadaardig, maar wel blind.

Een algoritme kent geen context. Het ziet enkel woorden, patronen en correlaties. Een zin over “vrijheid van spreken” kan dus even goed gelabeld worden als “maatschappelijk gevoelig” dan een oproep tot haat. De machine kent nuance niet — en dus verdwijnt nuance stilaan uit het publieke gesprek.

Zo ontstaat een vreemd soort voorzichtigheid. Wie iets schrijft, denkt niet meer: is dit waar of waardevol?, maar zal dit door de filters geraken? Dat i s het begin van zelfbeperking, de mildste vorm van onvrijheid.

De zachte stilte

Onze tijd kent geen harde censuur, geen brandstapels of verboden boeken. We leven in een zee van woorden — maar de woorden die werkelijk iets durven zeggen, raken zelden ver. Ze verdwijnen in wat je zou kunnen noemen een digitale mist: niet verboden, maar onvindbaar.

Die mist is niet door mensen gemaakt, maar door systemen die onze aandacht willen sturen naar wat “veilig” is.  En veilig betekent: vertrouwd, voorspelbaar, ongevaarlijk.
Het gevolg is een paradoxale leegte: we hebben meer stemmen dan ooit, maar minder echt gesprek.

Vrijheid verdwijnt niet plots; ze vervaagt. Ze wordt dunner, zachter, beleefder — tot niemand nog merkt dat ze er niet meer is.

De moed van nuance

Wat we nodig hebben, is niet meer roepen, maar beter luisteren. Echte vrijheid is niet het recht om te zeggen wat men wil, maar het vermogen om iets te verdragen wat men níet wil horen. Dat vraagt moed — van individuen, maar ook van instellingen en platforms.

Het vergt vertrouwen: in de volwassenheid van burgers, in hun vermogen om zelf te onderscheiden wat waardevol is. Zolang we dat vertrouwen niet herstellen, zullen we blijven leven in wat de Franse denker Tocqueville noemde een “zachte tirannie”: niet van geweld, maar van overbescherming.

De geschiedenis leert dat samenlevingen zelden instorten door te veel meningsverschil, maar vaak wel door te weinig. Het verdwijnen van debat is geen teken van vrede, maar van vermoeidheid.

De vrije ruimte herstellen

Een open samenleving herstelt zich niet door luidruchtigheid, maar door ruimte te laten voor het ongemakkelijke midden. Waar mensen nog twijfelen, discussiëren, en het oneens mogen zijn zonder dat iemand daar bang van wordt.

Dat betekent niet dat alles gezegd moet kunnen worden zonder grenzen. Het betekent dat grenzen helder, eerlijk en toetsbaar moeten zijn. Een tekst die pleit voor vrijheid mag niet verdwijnen onder het voorwendsel van bescherming — want dan is bescherming zelf het probleem geworden.

Vrijheid is geen risico om te vermijden, maar een vaardigheid om te leren. Ze vraagt oefening, vertrouwen, en vooral: de moed om stil te blijven staan bij woorden die iets in ons raken.

Epiloog — De ironie van onze tijd

Het blijft een merkwaardige ironie: een tekst die niets anders doet dan nadenken over vrijheid, geweerd door het systeem dat zichzelf als de hoeder van vrijheid ziet. Misschien is dat precies wat we vandaag moeten begrijpen — dat vrijheid niet bedreigd wordt door haat, maar door angst voor vrijheid zelf.

We hoeven die angst niet te veroordelen, wel te herkennen. Want zolang we beseffen dat vrijheid ongemakkelijk mag zijn, is ze nog niet verloren.

Denk Mee!

Neem even de tijd. We sturen regelmatig (max 4 maal per maand) een vraag rond aan wie zich inschrijft voor dit onderdeel. Uw antwoorden worden dan (anoniem) meegenomen in de 'denk mee' artikelen.

Jehosias blijft u uitnodigen tot nadenken!

We spammen niet! Lees ons privacybeleid voor meer info.

Denk Mee!

Neem even de tijd. We sturen regelmatig (max 4 maal per maand) een vraag rond aan wie zich inschrijft voor dit onderdeel. Uw antwoorden worden dan (anoniem) meegenomen in de 'denk mee' artikelen.

Jehosias blijft u uitnodigen tot nadenken!

We spammen niet! Lees ons privacybeleid voor meer info.

Geef als eerste een reactie

Geef een reactie