
We verbazen ons er steeds opnieuw over. Mensen lijken soms de meest absurde leugens aan te nemen als waarheid. Zelfs met de feiten onder ogen, lijken ‘alternatieve feiten’ de overhad te halen. Waarom mensen leugens geloven, is een vraag die doorheen de geschiedenis vaak gesteld is. Vandaag is ze pertinent aanwezig. Zelfs onze hoogste politieke leiders gebruiken deze technieken steeds vaker.
Doorheen de geschiedenis werd de leugen wel vaker als wapen gebruikt. Maar het lijkt vandaag erger te zijn dan ooit. De student van de geschiedenis weet wel beter. Leugens zijn een ideaal instrument om de massa naar je hand te zetten. Het is doorheen de eeuwen geperfectioneerd door een hele lange reeks ongure types die het gebruikte om hun eigen macht en voordeel te vestigen en te bestendigen.
En ook vandaag zien we het gebeuren, zowat overal om ons heen. Fake news gaat erin als zoete koek. En de waarheid? Die zit ergens verborgen waar we ze nog nauwelijks opmerken. We kunnen ons er over blijven verbazen. Maar misschien is het eenvoudiger om even te kijken naar waarom mensen leugens geloven. Dit fenomeen wordt in de psychologie uitgebreid onderzocht en verklaard door verschillende cognitieve mechanismen.
1. Bevestigingsvooroordeel (Confirmation Bias)
Mensen hebben de neiging om informatie te zoeken, interpreteren en onthouden op een manier die hun bestaande overtuigingen bevestigt. Tegenstrijdige informatie wordt vaak genegeerd of weggeredeneerd. Dit effect is bijzonder sterk bij emotioneel geladen of ideologische onderwerpen.
Confirmation bias werd in de jaren ’60 voor het eerst formeel onderzocht door Peter Wason, en is sindsdien onderwerp van honderden studies. Cass R. Sunstein en David Schkade toonden bijvoorbeeld aan dat wanneer mensen in groepjes van gelijkgestemden discussiëren, hun overtuigingen extremer worden – een effect dat rechtstreeks uit confirmation bias voortvloeit. In de huidige context van sociale media is dit mechanisme versterkt door algoritmes die gebruikers vooral informatie tonen waarmee ze het al eens zijn.
Iemand die gelooft dat vaccinaties gevaarlijk zijn, zal eerder Facebookgroepen volgen die antivax-informatie verspreiden, anekdotes over bijwerkingen onthouden, en berichten van gezondheidsautoriteiten wantrouwen. Zelfs als een arts of betrouwbare bron aantoont dat vaccins veilig zijn, kan die persoon deze informatie wegzetten als ‘propaganda van Big Pharma’.
2. Illusie van waarheid (Illusory Truth Effect)
Herhaling van een onjuiste bewering kan deze geloofwaardiger doen lijken, zelfs als men weet dat de bewering onjuist is. Dit komt doordat herhaalde informatie gemakkelijker te verwerken is, wat door de hersenen als een teken van waarheid wordt geïnterpreteerd.
Dit effect werd voor het eerst empirisch aangetoond in 1977 door Lynn Hasher en collega’s. Latere studies (bijv. door Brashier en Marsh, 2020) bevestigen dat herhaling de geloofwaardigheid verhoogt, zelfs bij mensen met voorkennis. Neurowetenschappelijk onderzoek laat zien dat bekende (herhaalde) uitspraken een lagere cognitieve verwerkingsbelasting hebben, wat leidt tot een valse indruk van betrouwbaarheid.
De leugen dat “Barack Obama geen Amerikaans staatsburger was” werd jarenlang herhaald, vooral in bepaalde media. Ondanks bewijs in de vorm van officiële documenten en getuigenissen bleef een significant deel van de Amerikaanse bevolking deze bewering geloven, simpelweg omdat ze de uitspraak vaak hoorden.
3. Gemotiveerd redeneren (Motivated Reasoning)
Mensen verwerken informatie op een manier die hun gewenste conclusies ondersteunt. Ze zijn geneigd om informatie die hun overtuigingen bevestigt kritisch te accepteren, terwijl ze informatie die hun overtuigingen tegenspreekt streng bekritiseren.
Dit fenomeen is uitvoerig beschreven door Dan Kahan en zijn team aan Yale. Zij onderzochten onder andere hoe politieke voorkeuren van invloed zijn op hoe mensen statistieken interpreteren. Zo bleek dat mensen met sterke politieke overtuigingen dezelfde data totaal verschillend beoordelen, afhankelijk van of de uitkomst hun ideologie bevestigt.
Twee mensen lezen hetzelfde nieuwsbericht over klimaatverandering. De ene, een milieubewuste lezer, ziet het als bevestiging van de noodzaak tot actie. De ander, een klimaatscepticus, benadrukt onzekerheden in het onderzoek en ziet het als bewijs dat de wetenschappers overdrijven. Beide baseren zich op exact dezelfde feiten.
4. Affectieve en sociale factoren
Emoties, groepsidentiteit en sociale netwerken spelen een grote rol in het vasthouden aan onjuiste overtuigingen. Misinformatie die afkomstig is van vertrouwde bronnen of die aansluit bij groepsnormen wordt eerder geaccepteerd.
Henri Tajfel en de sociale identiteitstheorie leggen uit dat mensen zichzelf sterk identificeren met de groep waartoe ze behoren. Volgens onderzoek van Jay Van Bavel (NYU) beïnvloeden groepsloyaliteit en emotionele verbondenheid hoe mensen omgaan met feiten – vaak belangrijker dan rationele overwegingen. In tijden van polarisatie neemt deze invloed alleen maar toe.
Een lid van een religieuze of politieke gemeenschap hoort van een leider dat 5G-straling gevaarlijk is. Omdat de informatie van binnen de groep komt en emotioneel geladen is (bijvoorbeeld gekoppeld aan ‘zorg voor de kinderen’), gelooft de persoon dit eerder dan een tegenstrijdige mededeling van een externe expert of overheidsinstantie.
5. Cognitieve inspanning en gemak
Het verwerpen van onjuiste informatie vereist meer cognitieve inspanning dan het accepteren ervan. Daarom is het voor mensen vaak gemakkelijker om een eenvoudige leugen te geloven dan om hun overtuigingen aan te passen op basis van complexe of nieuwe informatie.
Psycholoog Daniel Kahneman beschrijft in zijn boek Thinking, Fast and Slow hoe ons brein meestal voorkeur geeft aan ‘systeem 1’-denken: snel, intuïtief en moeiteloos. Nieuwe of tegenstrijdige informatie vraagt echter ‘systeem 2’-denken: traag, bewust en inspannend. John Cook (University of Melbourne) toonde aan dat fact-checking zelden effectief is, tenzij het gepaard gaat met alternatieve, eenvoudigere verklaringen.
De stelling “windmolens veroorzaken hoofdpijn” is simpel en blijft hangen. De wetenschappelijke uitleg over geluidsgolven, drempelwaarden en placebo-effecten is complexer en vereist inspanning om te begrijpen. Daarom blijft de oorspronkelijke (foute) stelling voor veel mensen aantrekkelijker en geloofwaardiger.
Conclusie: waarom mensen leugens geloven – en wat we eraan kunnen doen
Waarom mensen leugens geloven is geen kwestie van domheid, maar van menselijkheid. Ons brein is gebouwd voor snelheid, verbondenheid en bevestiging – niet voor objectieve waarheidsvinding. Leugens die eenvoudig, herhaald en sociaal versterkt worden, zijn evolutionair in het voordeel.
Toch kunnen we hier iets aan doen. Door kritisch te blijven, verschillende bronnen te raadplegen, actief twijfels toe te laten, en ons bewust te zijn van onze cognitieve valkuilen, kunnen we weerstand bieden aan misinformatie. En wie anderen wil overtuigen, doet er goed aan de boodschap simpel, empathisch en herkenbaar te maken – feiten winnen zelden met ratio alleen.
Misschien kan u in het licht van deze info volgende artikelen nog eens nalezen over framing of Wanneer waarheid optioneel wordt.
Geef als eerste een reactie