Waarom dromen we?

Waarom dromen we

Iedereen doet het. Zelfs wanneer we het niet willen. Soms worden we er vrolijk van, soms zijn het nachtmerries. Sommigen herinneren hun dromen haarscherp, anderen slechts vaag of zelden. Maar elke nacht, of we het beseffen of niet, speelt zich in onze hersenen een onwaarschijnlijk theater af. We beleven angsten, verlangens en herinneringen in een wereld zonder zwaartekracht of logica. Al eeuwen vragen mensen zich af: waarom dromen we?

In enkele vorige artikels bespraken we de betekenins van onze onbewuste verbeelding, de visie van Jung en Freud en andere aanverwatte topics. Deze vraag kwam in een van de discussies naar boven. En ze wat te mooi om voorbij te laten gaan. Zijn dromen willekeurig — slechts hersenflarden zonder betekenis — of vervullen ze een belangrijke functie voor onze geestelijke gezondheid? Wat begrijpen we er nu echt van?

Wetenschappers hebben de afgelopen decennia enorme stappen gezet in het begrijpen van wat dromen zijn en waarom ze bestaan. En het antwoord blijkt fascinerender dan zelfs Freud had durven denken.

Wat er gebeurt als we dromen

Dromen ontstaan vooral tijdens de REM-slaap (Rapid Eye Movement), de fase waarin onze ogen snel bewegen onder gesloten oogleden en onze hersenen bijna even actief zijn als overdag. EEG-metingen tonen dat het brein in deze fase veel energie verbruikt, vooral in gebieden die betrokken zijn bij emotie, geheugen en verbeelding.

Tijdens REM-slaap is de motorische cortex gedeeltelijk actief — we “doen” onze dromen in gedachten — maar het ruggenmerg blokkeert die signalen. Dat voorkomt dat we onze dromen fysiek uitvoeren.

De Amerikaanse onderzoeker Allan Hobson beschreef dit proces als een paradoxale toestand: de hersenen zijn wakker, het lichaam slaapt. Dromen, zei hij, zijn het product van een brein dat betekenis probeert te geven aan willekeurige neuronale activiteit.

Toch is dat slechts één verklaring — andere wetenschappers zagen in dromen veel meer dan toevallige hersenruis.

Het brein tijdens droomstaat versus waken

Neurologisch verschilt de dromende hersentoestand sterk van de wakende. Tijdens de waaktoestand domineert de prefrontale cortex, het deel dat verantwoordelijk is voor redeneren, plannen en zelfcontrole. Tijdens de droomstaat daarentegen is dat gebied grotendeels gedeactiveerd. Daarom lijken dromen vaak chaotisch, zonder vaste logica of morele grenzen.

Tegelijk zijn de amygdala (emotieverwerking) en de hippocampus (geheugen) juist overactief. Emoties worden intenser beleefd, oude herinneringen worden geherstructureerd, en nieuwe verbindingen tussen gedachten ontstaan.

Het resultaat is een toestand waarin rationaliteit plaatsmaakt voor emotionele integratie. Neuroloog Mark Solms, die als een van de eersten hersenbeschadigde patiënten met verstoorde droompatronen onderzocht, concludeerde dat dromen niet zomaar bijproduct zijn van hersenactiviteit — ze zijn een vorm van het bewustzijn zelf. Een theater waarin het brein oefent met emoties en scenario’s.

In beeldvormend onderzoek (fMRI) blijkt bovendien dat tijdens dromen het default mode network actief blijft — een netwerk dat ook tijdens dagdromen en introspectie betrokken is. Het lijkt erop dat dromen en nadenken twee uitersten zijn van hetzelfde continuüm.

De belangrijkste theorieën

Hoewel er nog geen absolute consensus is, bestaan er meerdere goed onderbouwde verklaringen voor waarom we dromen. De wetenschap beschouwt dromen vandaag niet langer als zinloze hersenactiviteit, maar als een cruciaal onderdeel van onze psychologische en neurologische balans.

1. De activatie-synthese theorie (Hobson & McCarley, 1977)

Volgens deze hypothese ontstaan deze nachtelijke fantasieën uit willekeurige neuronale signalen vanuit de hersenstam. De cortex probeert die chaos te ordenen tot een coherent verhaal. Dromen zijn dus een bijproduct van hersenactiviteit — een soort van interpretatie-oefening. Toch verklaart deze theorie niet waarom emoties en herinneringen zo’n centrale rol spelen.

2. Dromen als emotionele therapie (Hartmann, 1998)

De Amerikaanse psychiater Ernest Hartmann zag ze als een vorm van nachtelijke therapie. In dromen verbinden we emotioneel beladen herinneringen met andere ervaringen, waardoor hun lading vermindert. Dit idee wordt ondersteund door onderzoek van Matthew Walker (UC Berkeley), die aantoonde dat REM-slaap stresshormonen verlaagt en emotionele herinneringen “zachter” maakt.

3. Dromen als geheugenverwerking (Stickgold, 2001)

Volgens Robert Stickgold helpen dromen ons om nieuwe informatie te integreren in bestaande geheugennetwerken. Dromen versterken patronen en leggen creatieve verbindingen — wat verklaart waarom mensen soms met oplossingen of inspiratie wakker worden. In experimenten met woordpuzzels bleken deelnemers die overdag een dutje deden met REM-fase, significant beter te scoren op creatieve taken.

4. Dromen als simulatie van bedreiging (Revonsuo, 2000)

De Finse cognitiewetenschapper Antti Revonsuo stelde dat dromen evolutionair dienden om ons voor te bereiden op gevaar. In dromen oefenen we bedreigende situaties in een veilige context. fMRI-studies tonen dat hersengebieden voor angst en vluchten actief zijn tijdens nachtmerries — alsof het brein traint voor reële overleving.

5. Dromen als vorm van bewustzijn (Solms, 2013)

Volgens Mark Solms en later ook Tore Nielsen zijn deze nachtelijke escapades geen bijproduct, maar een expressie van het “innerlijk brein”. Ze tonen ondubbelzinnig aan dat bewustzijn niet afhankelijk is van externe prikkels. Ze bewijzen dat het brein zijn eigen werkelijkheid kan scheppen — een fundament voor onze zelfervaring.

Wat als we niet zouden dromen?

Wat zou er gebeuren als we niet meer droomden? Onderzoek bij patiënten met beschadigde hersengebieden die hun het dromen verhinderen, toont opvallende effecten. Ze rapporteren verhoogde prikkelbaarheid, slechtere emotionele regulatie en minder creativiteit.

Slaaponderzoeker Matthew Walker liet proefpersonen wekenlang ontwaken telkens ze in REM-fase kwamen. Na enkele nachten begonnen ze hallucinaties te vertonen en hadden ze moeite met concentratie en emotiebeheersing. Het brein lijkt dus te moeten dromen om psychisch gezond te blijven.

Bij dieren is dat niet anders. Studies bij ratten (Wilson & McNaughton, MIT) tonen dat hersenactiviteit tijdens dromen sterk lijkt op die van leerervaringen overdag. Wanneer hun REM-slaap werd onderbroken, leerden ze minder goed nieuwe routes of taken. Dromen lijkt dus een mechanisme voor leren, geheugen en emotioneel herstel.

Dromen en het brein: het verschil met de waaktoestand

Neurologisch gezien is de droomtoestand een paradox: de hersenen zijn actief, maar niet rationeel.
De prefrontale cortex — de zetel van oordeel, logica en zelfkritiek — is onderdrukt. De amygdala en hippocampus daarentegen werken op volle kracht. Daarom zijn dromen vaak intens, maar ook chaotisch.

Tijdens waken verwerken we prikkels van buitenaf; tijdens een droom creëert het brein zijn eigen prikkels. In zekere zin zijn dromen de ultieme vorm van zelfreferentie: het bewustzijn dat zichzelf waarneemt zonder wereld om zich heen.

Dat verklaart ook waarom we ze zo vaak vergeten. De hippocampus registreert wel emoties, maar legt geen stabiel langetermijngeheugen aan tijdens REM-slaap. Het brein wil ons beschermen tegen verwarring tussen droom en werkelijkheid.

Zonder dromen: emotioneel overleven zonder kompas

Als we zouden stoppen met dromen, zouden we niet alleen slechter slapen — we zouden geleidelijk ons emotionele evenwicht verliezen. REM-deprivatie wordt in experimenten in verband gebracht met verhoogde stress, depressie en zelfs cognitieve stoornissen.

Dromen zijn dus geen luxeproduct van de verbeelding, maar een essentieel onderhoudsprogramma van de psyche. Neuroloog Rosalind Cartwright beschreef ze ooit als “de nachtdienst van onze geest” Terwijl wij slapen, herstelt het brein de emotionele schade van de dag. Zonder die nachtdienst blijven de littekens open.

Een spiegel van ons bewustzijn

Wat blijft, is het wonderlijke besef dat dromen tegelijk biologisch noodzakelijk en existentieel betekenisvol zijn. Ze laten zien dat het brein niet alleen reageert op de wereld, maar ze ook maakt. Misschien dromen we niet omdat het zin heeft, maar omdat betekenisgeving zélf de kern van ons bewustzijn is. We dromen omdat we mensen zijn — we zoeken betekenis, zelfs in het donker. We kunnen immers niet zonder!

Denk Mee!

Neem even de tijd. We sturen regelmatig (max 4 maal per maand) een vraag rond aan wie zich inschrijft voor dit onderdeel. Uw antwoorden worden dan (anoniem) meegenomen in de 'denk mee' artikelen.

Jehosias blijft u uitnodigen tot nadenken!

We spammen niet! Lees ons privacybeleid voor meer info.

Denk Mee!

Neem even de tijd. We sturen regelmatig (max 4 maal per maand) een vraag rond aan wie zich inschrijft voor dit onderdeel. Uw antwoorden worden dan (anoniem) meegenomen in de 'denk mee' artikelen.

Jehosias blijft u uitnodigen tot nadenken!

We spammen niet! Lees ons privacybeleid voor meer info.

Geef als eerste een reactie

Geef een reactie