
Het is een herkenbare situatie. Op café ontspint zich een verhitte discussie over politiek. In een gezin botst een moeder met haar zoon over opvoedingskeuzes. Een religieus leider roept op tot geweld in naam van liefde en vrede. Wat deze situaties met elkaar gemeen hebben, is dat mensen hun overtuiging zo hardnekkig blijven verdedigen dat ze uiteindelijk handelen in strijd met hun eigen waarden. Het lijkt alsof de logica wordt opgegeven, de nuance verdwijnt en de intensiteit toeneemt. Waarom doen we dit? Wat maakt dat iemand zijn oorspronkelijke morele kompas loslaat, vaak zonder het zelf te beseffen, en toch overtuigd blijft van zijn gelijk? En is er een uitweg uit dit hardnekkige patroon?
1. Psychologische fundamenten van overtuiging en verweer
De mens is geen rationeel wezen dat af en toe emotioneel reageert. Hij is een emotioneel wezen dat soms rationeel redeneert. Dit inzicht vormt de kern van veel psychologisch onderzoek naar hoe mensen omgaan met overtuigingen en conflicten.
Leon Festinger toonde al in de jaren vijftig aan dat mensen een natuurlijke neiging hebben tot consistentie. Wanneer ons gedrag of onze overtuigingen met elkaar in strijd komen, ervaren we cognitieve dissonantie. Dit onaangename gevoel proberen we op te lossen door ons denken aan te passen. Maar meestal doen we dat niet door onze overtuiging in vraag te stellen; we passen liever onze interpretatie van de feiten aan.
Wie zich als moreel persoon ziet maar iemand oneerlijk behandelt, zal eerder zijn gedrag goedpraten dan zichzelf als immoreel beschouwen. Een bekend experiment uit 1959 toonde dit treffend aan: proefpersonen die een saaie taak moesten uitvoeren en daarna betaald werden om te zeggen dat het leuk was, gaven bij een lage beloning meer aan dat ze het toch aangenaam vonden den bij een hogere beloning. De redenering erachter was: “Als ik het niet voor het geld deed, moet het wel leuk geweest zijn.”
Confirmation bias
Deze drang tot consistentie is nauw verbonden met de confirmation bias. Mensen zoeken informatie die hun bestaande overtuigingen bevestigt, en negeren of minimaliseren informatie die daarmee in strijd is. In discussies leidt dit ertoe dat argumenten van de tegenpartij niet objectief worden geëvalueerd, maar als aanval of bedreiging worden ervaren. Dit backfire effect, zoals onderzocht werd door Nyhan en Reifler, stelt zelfs dat mensen geconfronteerd met feiten die hun visie ondermijnen, die visie nog feller gaan verdedigen. Zo bleek uit onderzoek dat mensen die foutief geloofden dat er massavernietigingswapens in Irak waren, na correctie soms nog sterker overtuigd waren van hun standpunt.
Daarnaast zijn overtuigingen vaak nauw verweven met onze identiteit. Volgens onderzoekers als Dan Kahan en Dan Ariely beoordelen mensen informatie niet enkel op waarheid, maar vooral op de mate waarin die hun groepsidentiteit ondersteunt. Een klimaatscepticus verwerpt geen wetenschappelijk bewijs omdat hij het niet begrijpt, maar omdat het aanvoelt als een aanval op zijn culturele groep. Ariely toont aan dat zelfs eenvoudige morele beslissingen, zoals valsspelen bij een test, beïnvloed worden door het feit of men zich als eerlijk persoon beschouwt. De zelfperceptie stuurt het gedrag, niet omgekeerd.
Groepsdenken
Ook groepsdenken speelt een rol. Irving Janis toonde aan dat in hechte groepen de drang naar consensus zo sterk kan worden dat afwijkende meningen worden onderdrukt, ook als die rationeel sterk onderbouwd zijn. Dit mechanisme verklaart waarom mensen in religieuze of politieke groeperingen uitspraken doen of daden stellen die ze individueel nooit zouden overwegen. De rampzalige beslissing van president Kennedy om de Varkensbaai-invasie door te zetten, ondanks sterke bezwaren van enkele adviseurs, wordt vaak aangehaald als klassiek voorbeeld van groepsdenken.
Jonathan Haidt voegt daar de emotiegedreven moraalpsychologie aan toe. Volgens zijn onderzoek maken mensen morele oordelen vooral op basis van intuïtie en emotie, waarna ze hun beslissing rationeel proberen verantwoorden. In zijn boek “The Righteous Mind” beschrijft hij het brein als een ruiter (de rede) op een olifant (de intuïtie). De ruiter denkt dat hij stuurt, maar in werkelijkheid volgt hij de olifant.
2. De sociale en culturele wortels van hardnekkige overtuiging
Wat individueel begint als een psychologische reflex, krijgt op grotere schaal culturele en institutionele vormen. Overtuigingen zijn niet alleen individueel, maar ook collectief ingebed. Sociale identiteitstheorie (Tajfel & Turner) toont hoe mensen zichzelf zien in termen van een groepslidmaatschap: “wij” tegen “zij”. Wie kritiek geeft op de groep, valt automatisch de persoon aan. Hierdoor wordt de verdediging van een idee tegelijk de verdediging van het zelfbeeld. Denk aan voetbalsupporters die zich persoonlijk aangevallen voelen als iemand hun ploeg bekritiseert, zelfs al is de kritiek inhoudelijk terecht.
In veel conflicten speelt ook statusverlies een belangrijke rol. Een vakbond die jarenlang strijdt tegen besparingen, riskeert zijn legitimiteit als hij toegeeft. Een religieuze leider die toegeeft dat bepaalde interpretaties achterhaald zijn, verliest symbolische macht. Zelfs binnen gezinnen speelt dit: een ouder die toegeeft fout te zijn, riskeert gezag te verliezen. Daardoor ontstaan situaties waarin men een leugen of fout standpunt blijft verdedigen, louter om het eigen gezicht te redden.
Narratieven versterken deze polarisatie. Overtuigingen worden niet los voorgesteld, maar ingebed in verhalen over goed en kwaad, slachtofferschap en strijd. Een stakingsactie wordt zo niet alleen een economisch conflict, maar een strijd tussen onderdrukten en onderdrukkers. Een religieus geschil wordt een strijd tussen waarheid en misleiding. Deze verhalen maken het moeilijker om nog nuance of zelfkritiek toe te laten. Wie zichzelf als held ziet, zal moeilijk aanvaarden dat hij fout zat.
3. Waarom het steeds feller wordt: de logica van escalatie
Conflicten blijven zelden stabiel. Vaak escaleren ze. Daarbij spelen verschillende mechanismen een rol. De Prospect Theory van Kahneman en Tversky toont aan dat mensen verlies vermijden belangrijker vinden dan winst boeken. Wie zijn positie als bedreigd ervaart, zal disproportioneel reageren om verlies te vermijden. In een klassiek experiment kregen deelnemers de kans om geld te verliezen of een risico te nemen om het te behouden. De meeste deelnemers kozen irrationele risico’s boven zeker verlies.
Dit verklaart waarom mensen niet alleen hun visie blijven verdedigen, maar dat steeds feller doen. Elke toegeving voelt als verlies. Door die psychologische kost nemen mensen eerder een radicale houding aan dan een genuanceerde. Dit wordt versterkt door psychologische reactantie: zodra men het gevoel heeft geen controle meer te hebben over een situatie, ontstaat de drang om die autonomie te heroveren, zelfs tegen beter weten in. Iemand die zich onder druk gezet voelt om zijn mening te veranderen, zal net koppiger worden.
Morele superioriteit werkt als brandstof. Wie gelooft aan de goede kant te staan, voelt zich gelegitimeerd om middelen te gebruiken die moreel twijfelachtig zijn. Deze rechtvaardiging leidt tot het beruchte slippery slope-effect: kleine toegevingen worden groter, geweld wordt acceptabel, onwaarheden worden strategisch ingezet, allemaal in dienst van de ‘hogere’ zaak. Denk aan organisaties die vreedzaam begonnen, maar uiteindelijk radicaliseerden – zoals sommige milieubewegingen die geweld niet langer schuwen.
4. Voorbeelden uit het leven gegrepen
Op café ontstaat een felle discussie tussen een antivaxer en een arts. De antivaxer stelt dat de overheid de bevolking onderdrukt via medische controle. De arts verwijst naar wetenschappelijk bewijs, maar wordt weggewuifd als gehersenspoeld. De antivaxer, die zichzelf ziet als kritische denker, gelooft tegelijk in onbewezen alternatieve therapieën. Hij overtreedt zijn eigen ideaal van bewijsgericht denken, zonder het zelf te beseffen. De sfeer escaleert, en wat begon als meningsverschil eindigt in vijandigheid.
In een gezin botsen ouders met hun dochter die vegetariër is geworden. De vader, een levenslange voorvechter van vrijheid, verbiedt haar om zelf te kiezen wat ze eet. Zijn drang om het gezin bijeen te houden botst met zijn waarde van autonomie. Toch merkt hij die tegenstrijdigheid niet op. Hij rationaliseert zijn standpunt met het argument van zorg, maar in feite speelt de angst om controle te verliezen.
Een vakbond roept op tot een nationale staking tegen een maatregel die amper impact heeft op arbeiders. Intern weten de leiders dit, maar ze kunnen niet terug zonder gezichtsverlies. Ze verdedigen dus een verouderd standpunt, waarbij ze hun oorspronkelijke principes van rechtvaardigheid en efficiëntie geweld aandoen. Voor de buitenwereld blijft het conflict zwart-wit, maar intern woedt twijfel die niet benoemd mag worden.
Religieuze oorlogen zijn het meest schrijnende voorbeeld. Groepen die zich beroepen op liefde, vrede of goddelijke waarheid voeren oorlog, onderdrukken vrouwen of voeren dodelijke straffen uit. Wat begon als spirituele zuiverheid, eindigt in geweld en hypocrisie. Denk aan de kruistochten of hedendaags religieus extremisme: de overtuiging in het morele gelijk vergoelijkt systematische wreedheden.
5. Is er een uitweg?
Er zijn geen snelle oplossingen, maar wel wegen naar inzicht en verandering. David Bohm pleitte voor een vorm van dialoog waarin mensen niet proberen overtuigen, maar samen proberen de zaken te verstaan. Zijn dialogentrajecten toonden aan dat mensen pas echt naar elkaar beginnen luisteren als ze de behoefte loslaten om hun eigen gelijk te bewijzen.
Marshall Rosenberg ontwikkelde geweldloze communicatie, waarin gevoelens en behoeften worden benoemd in plaats van standpunten verdedigd. Dit model leert mensen spreken vanuit kwetsbaarheid in plaats van aanval. In plaats van te zeggen: “Jij begrijpt er niets van,” leert men zeggen: “Ik voel me gefrustreerd omdat ik behoefte heb aan erkenning.”
Ook onderwijs speelt een cruciale rol. Niet het louter aanleren van feiten, maar het ontwikkelen van kritisch denken, zelfreflectie en nieuwsgierigheid. Wie leert twijfelen aan zijn eigen overtuigingen, staat minder snel op de automatische piloot. Filosofieonderwijs, debattraining en zelfs rollenspelen waarin mensen elkaars standpunt leren verdedigen, kunnen waardevol zijn.
Nieuwsgierigheid blijkt een krachtig tegenmiddel tegen fanatisme. Wie oprecht geïnteresseerd blijft in hoe anderen denken, voorkomt de tunnelvisie die tot escalatie leidt. Deze nieuwsgierigheid vereist wel emotionele veiligheid. In vijandige omgevingen sluiten mensen zich net meer af. Daarom is het creëren van psychologisch veilige ruimtes – in media, politiek en onderwijs – essentieel.
Systemisch kunnen burgerpanels, gestructureerde dialogen of bemiddelingstechnieken helpen om polarisatie te doorbreken. Denk aan het Ierse burgerberaad over abortus of klimaat, waarin mensen van uiteenlopende overtuigingen samen zochten naar gedeelde oplossingen. Maar ook op kleine schaal – in het café, het gezin, de straat – begint het met de bereidheid om even te zwijgen, te luisteren en jezelf in vraag te stellen.
Slotbeschouwing
De menselijke geest heeft een wonderlijke capaciteit om zichzelf te beschermen tegen ongemak. Diezelfde capaciteit maakt echter dat we blind worden voor onze eigen tegenstrijdigheden. We verdedigen onszelf ten koste van de waarheid, en offeren zelfs onze diepste waarden op om gelijk te krijgen. Het vraagt moed om dat in te zien. Maar pas in die erkenning begint echte verandering.
De uitweg ligt niet in debat, maar in dialoog. Debat en dialoog zijn twee verschillende zaken. In een debat moet men ‘winnen’, het gelijk halen. In een dialoog probeert men samen te ‘begrijpen’, er zijn uitsluitend winnaars. Niet in het winnen van argumenten, maar in het begrijpen van waar ze vandaan komen biedt een uitweg. Wie dat pad durft inslaan, kan niet alleen conflicten ontmijnen, maar ook zichzelf leren kennen.
En misschien, heel misschien, opent zich daar een weg naar een samenleving waar verschil geen vijand meer is, maar een uitnodiging tot groei. Laten we hopen dat allen die in dit soort conflicten belanden, van u en ik op straat tot de leiders van naties en religies, ooit tot het besef komen dat groeien meer opbrengt dan gelijk krijgen.
Geef als eerste een reactie