Democratie is een van de mooiste maar ook meest verkeerd begrepen systemen die we kennen. Veel mensen denken dat het betekent dat “de meerderheid altijd gelijk heeft” of dat “verkiezingswinnaars mogen doen wat ze willen”. In werkelijkheid is democratie veel complexer – en juist die complexiteit beschermt ons tegen machtsmisbruik. Het gaat soms tyraag en stuntelig, maar dat is net ingebouwd in het systeem. Het is een middel om ons allen te beschermen. In dit artikel bekijken we vijf hardnekkige misvattingen over democratie. Ideeën die ik vaak hoor in gesprekken. Maar opvattingen die ingaan tegen de kern van wat democratie werkelijk is – of zou moeten zijn.
1. “Wie de verkiezingen wint, moet kunnen regeren”
Veel mensen denken dat de partij die het meeste vooruitgaat of de meeste stemmen haalt, automatisch mag regeren. Je hoort het vooral bij partijen die een grote sprong voorwaarts maken en vervolgens boos reageren dat ze ‘niet mogen meedoen’. Dat lijkt logisch, maar het klopt niet.
In een parlementaire democratie gaat het niet om de grootste partij, maar om de meerderheid. Die meerderheid wordt gevormd door partijen die samen meer dan de helft van de zetels halen. Pas dan kan er een regering worden gevormd die effectief wetten kan goedkeuren.
Voorbeeld
In België haalde Vlaams Belang in 2024 een sterke verkiezingsuitslag, maar geen enkele andere partij wilde met hen samenwerken. Daardoor konden ze niet regeren, ondanks hun winst. Ook in Nederland gebeurde iets gelijkaardigs: PVV van Geert Wilders werd in 2023 de grootste partij, maar het duurde maanden voor er een coalitie gevormd werd. Regeren betekent niet dat je “gewonnen” hebt, maar dat je een meerderheid kunt vormen.
Democratie draait dus niet om winnen, maar om samenwerken.
2. “Wie gewonnen heeft, krijgt absolute macht”
Nog zo’n misvatting: dat een verkiezingsoverwinning carte blanche geeft. Dat is niet zo.
In een democratie is er scheiding der machten: de wetgevende, uitvoerende en rechterlijke macht. Geen enkele macht mag de andere domineren.
Een regering kan dus niet zomaar alles beslissen. Oppositie partijen willen ons dat wel doen geloven, maar zo werkt het nu eenmaal niet. Wetten moeten door het parlement worden goedgekeurd, en rechters kunnen wetten of beslissingen toetsen aan de grondwet of aan mensenrechtenverdragen.
Voorbeeld
Toen de Nederlandse regering-Rutte in 2021 de toeslagenaffaire probeerde te sussen, greep de rechterlijke macht in. Burgers konden de staat aanklagen en kregen gelijk. Ook in België moest de federale regering in 2020 haar coronamaatregelen juridisch verantwoorden toen de Raad van State de proportionaliteit van bepaalde beperkingen onderzocht.
De scheiding der machten zorgt ervoor dat niemand absolute macht krijgt, ook niet wie verkiezingen wint. En dat is precies de bedoeling.
3. “Je programma niet uitvoeren is kiezersbedrog”
Veel kiezers voelen zich bedrogen als een partij niet alles uitvoert wat in haar verkiezingsprogramma stond. Maar dat is een misverstand.
In een coalitieregering regeer je nooit alleen. Je moet compromissen sluiten met andere partijen, die ook verkozen zijn en dus ook een mandaat hebben. Daardoor voer je meestal maar een deel van je programma uit. Bovendien moet een regering rekening houden met alle burgers, niet alleen met haar eigen kiezers.
Voorbeeld
De Belgische Vivaldi-coalitie (2020–2024) bestond uit zeven partijen, van liberalen tot groenen. Logisch dat niet iedereen zijn volledige programma kon doorduwen. In Nederland zag je hetzelfde bij de Rutte IV-coalitie, waarin VVD, D66, CDA en ChristenUnie allemaal water bij de wijn moesten doen.
Dat is geen kiezersbedrog, dat is hoe democratie werkt: samen beleid maken dat voor zoveel mogelijk mensen werkt.
4. “De meerderheid mag haar wil opleggen aan de minderheid”
Democratie is meer dan “de helft plus één beslist”. Als dat zo was, zouden minderheden geen enkele bescherming hebben. Een echte democratie is niet alleen meerderheidsheerschappij, maar ook rechtsstaat. De grondwet en de mensenrechten beschermen iedereen, ook wie verliest.
Voorbeeld
In België is de bescherming van taal- en gemeenschapsrechten daar een goed voorbeeld van. Vlamingen, Walen, Brusselaars en Duitstaligen hebben elk grondwettelijke garanties. Zelfs als één gemeenschap een meerderheid vormt, mag ze die rechten niet zomaar inperken.
In Nederland wordt dat zichtbaar in het debat over migratie en religie. Ook als een meerderheid strengere regels wil, blijven de fundamentele rechten van minderheden beschermd door de grondwet en internationale verdragen.
Een gezonde democratie beschermt dus juist de minderheid tegen de grillen van de meerderheid.
5. “Een regering moet doen wat het volk wil”
Een vaak gehoorde klacht is dat regeringen “niet luisteren naar het volk”. Maar een regering moet in de eerste plaats doen wat goed is voor het land, niet simpelweg meegaan met de luimen van de publieke opinie.
Democratie is geen permanente volksraadpleging. Tussen de verkiezingen door vertrouwen we onze vertegenwoordigers om verantwoorde beslissingen te nemen – ook als die tijdelijk onpopulair zijn.
Voorbeeld
Toen de Belgische regering de energietarieven moest afremmen tijdens de energiecrisis, klonk kritiek van alle kanten. Toch moest ze kiezen voor maatregelen die de begroting draaglijk hielden. In Nederland gold hetzelfde bij de stikstofaanpak. De regering wist dat het verzet groot was, maar wetenschappelijke en juridische verplichtingen lieten geen andere keuze toe.
Een democratie werkt alleen als leiders durven doen wat nodig is, zelfs als het niet meteen populair is.
Democratie is geen spelletje
Democratie is geen wedstrijd, geen marktplaats van slogans, en zeker geen systeem waar “de sterkste wint”. Het is een delicaat evenwicht tussen vrijheid en verantwoordelijkheid, meerderheid en minderheid, idealen en realiteit.
De vijf misvattingen over democratie hierboven tonen hoe makkelijk we vergeten wat democratie écht is: een systeem dat juist bedoeld is om macht te verdelen, niet om ze te concentreren.
Wie democratie liefheeft, moet haar complexiteit omarmen – want daarin schuilt haar kracht. Zelfs wanneer ze vaak inefficiënt en stuntelig lijkt.
Democratie is traag en stuntelig – dus werkt ze niet
Veel mensen ergeren zich aan het trage tempo van de politiek. Je zou het een zesde deel van de misvattingen over democratie kunnen noemen. Regeringsonderhandelingen die maanden duren, eindeloze debatten, compromissen die alles afvlakken… Het lijkt soms alsof democratie niets gedaan krijgt. Maar die traagheid is geen fout in het systeem – ze is het systeem.
Democratie is bewust ontworpen om macht te verdelen, controle in te bouwen en overhaaste beslissingen te vermijden. In tegenstelling tot een dictatuur, waar één persoon in één dag alles kan beslissen, moet in een democratie elke grote keuze worden afgewogen, besproken en getoetst.
Waarom dat goed is
De traagheid van democratie is eigenlijk een vorm van bescherming. Ze zorgt ervoor dat:
- wetten niet in een opwelling worden aangenomen,
- minderheden gehoord worden,
- verschillende belangen worden afgewogen,
- beslissingen beter onderbouwd zijn,
- fouten kunnen worden gecorrigeerd voordat ze te groot worden.
Het lijkt soms alsof democratie ‘stuntelt’, maar dat is de prijs die we betalen voor vrijheid, transparantie en rechtszekerheid.
Voorbeeld: België
België is het schoolvoorbeeld van trage politiek. De vorming van de federale regering in 2020 duurde maar liefst 493 dagen – een record. (Inmiddels gebroken door de vorming van een Brusselse regering die uitblijft). Toch bleef het land functioneren. Ziekenhuizen bleven open, scholen draaiden, en wetten bleven van kracht. Die traagheid was geen bewijs van falen, maar van institutionele stabiliteit. Het systeem werkte, zelfs zonder nieuwe regering.
Voorbeeld: Nederland
In Nederland duurde de vorming van het kabinet na de verkiezingen van 2023 eveneens maanden. De gesprekken tussen PVV, VVD, NSC en BBB verliepen moeizaam, en veel kiezers spraken van “onvermogen”. Maar dat is precies het teken dat de checks and balances hun werk doen. Niet iedereen kan zomaar zijn zin krijgen; besluiten moeten gedragen worden door meerdere partijen, en dus door meerdere lagen van de samenleving.
De kracht van traagheid
Een democratie die traag beslist, neemt de tijd om fouten te vermijden. Denk aan de coronacrisis. Sommige maatregelen kwamen traag op gang, maar werden daardoor beter getoetst op proportionaliteit en effect. In autoritaire systemen zagen we net het omgekeerde. Snelle, harde maatregelen zonder inspraak, vaak met desastreuze gevolgen.
Democratie lijkt misschien log en rommelig, maar net daardoor blijft ze menselijk. Ze dwingt leiders om te luisteren, te onderhandelen en te verantwoorden wat ze doen.
Of zoals de Britse staatsman Winston Churchill het ooit zei: “Democracy is the worst form of government – except for all the others that have been tried.”
Waarom dit erbij hoort
De overtuiging dat democratie te traag is, is misschien wel de zesde grote misvatting over democratie. Haar schijnbare inefficiëntie is geen teken van zwakte, maar van volwassenheid. Een democratie die te snel beslist, loopt het risico haar eigen fundamenten te ondergraven.
Het is beter dat wetten met zorg tot stand komen dan dat ze in een vlaag van emotie worden doorgedrukt. De traagheid van democratie is dus geen fout – het is haar veiligheidsslot.

Geef als eerste een reactie