We kennen het allemaal: een gesprek loopt uit de hand, je geeft feedback of stelt een terechte vraag, en plots krijg je een defensieve reactie terug. De ander ontkent, wordt boos, maakt het persoonlijk of draait het gesprek om. Soms gebeurt het subtiel, soms heftig. Maar telkens lijkt er iets in werking te treden dat het gesprek blokkeert. Waar komt dat vandaan? Waarom reageren mensen zo vaak — en vaak zo automatisch — defensief, zelfs als niemand hen daadwerkelijk aanvalt? Waar komt dat defensief reageren vandaag?
U kan gans dit artikel (en vele anderen) gratis downloaden via deze pagina
De psychologie en neurologie van verdedigingsreflexen
Defensie reageren om het zelfbeeld beschermen
Eén van de belangrijkste verklaringen komt uit de sociale psychologie: mensen willen graag denken dat ze goed, bekwaam en moreel zijn. Dat zelfbeeld — van iemand die het juiste doet, die het goed bedoelt, die eerlijk is — is voor de meeste mensen een bron van stabiliteit en trots. Wanneer dat beeld wordt uitgedaagd, ervaren we psychologische dreiging. Feedback, kritiek of een pijnlijke waarheid over onze eigen fouten voelt dan als een aanval op wie we zijn. We gaan defensief reageren, niet noodzakelijk op wat er gezegd wordt, maar op hoe wij het interpreteren.
De Amerikaanse psycholoog Claude Steele ontwikkelde de self-affirmation theory, die stelt dat mensen veel beter omgaan met bedreigende informatie als ze vooraf de kans krijgen om zichzelf positief te bevestigen. Dat toont aan hoe belangrijk dat innerlijke zelfbeeld is — en hoe snel we het gaan verdedigen als het in gevaar komt.
Cognitieve dissonantie: innerlijke spanning vermijden
Leon Festinger introduceerde in 1957 het concept cognitieve dissonantie: de spanning die ontstaat wanneer ons gedrag, onze overtuigingen en onze waarden niet met elkaar overeenstemmen. Wanneer iemand bijvoorbeeld overtuigd is van zijn eigen eerlijkheid, maar wordt geconfronteerd met gedrag dat onethisch was — bijvoorbeeld een grens overschrijden, liegen of iemand kwetsen — ontstaat er dissonantie.
Om die spanning te verminderen, kiezen mensen zelden voor de weg van volledige erkenning. In plaats daarvan zoeken ze excuses (“het was niet mijn bedoeling”), trekken ze de feiten in twijfel (“zo erg was het toch niet”) of vallen ze de boodschapper aan (“jij overdrijft altijd”). Dat zijn verdedigingsmechanismen die niet voortkomen uit slechte wil, maar uit de behoefte om in het reine te blijven met het eigen morele kompas. Met andere woorden, we gaan defensief reageren om de spanning tussen ons gevoel en de realiteit op te heffen.
Morele identiteit onder vuur
In discussies rond gevoelige thema’s zoals racisme, seksisme of ongelijkheid, zien we dit mechanisme vaak op scherp staan. Als iemand bijvoorbeeld zegt: “Die opmerking was seksistisch,” voelt de aangesprokene zich zelden neutraal aangesproken. Wat vaak gehoord wordt, is: “Jij bent een slecht mens.”
Omdat niemand zich wil identificeren met racisme of onrecht, leidt die interpretatie tot een onmiddellijke morele verdedigingsreflex: “Zo bedoelde ik het niet!”, “Ik ben geen racist!” of “Je mag tegenwoordig ook niks meer zeggen.” Het gesprek schuift dan weg van het feitelijke probleem naar de bescherming van het eigen imago. En zo wordt het moeilijk om werkelijk tot dialoog of inzicht te komen.
Groepsidentiteit en defensief reageren: verdedigen wat ons dierbaar is
De sociale identiteitstheorie (Tajfel & Turner) stelt dat mensen hun zelfbeeld deels ontlenen aan de groepen waartoe ze behoren: nationaliteit, religie, politieke overtuiging, familie, beroep… Wanneer die groep bekritiseerd wordt, voelen mensen zich vaak persoonlijk aangesproken. Wie zegt “de politie gebruikt te vaak geweld”, kan botsen op de reactie “je valt mijn vader aan, hij is agent”. Wie zegt “de kerk heeft gefaald in de aanpak van misbruik”, kan horen “dus jij denkt dat gelovigen slechte mensen zijn?”
Zulke reacties zijn vaak niet rationeel, maar emotioneel. We identificeren ons met onze groepen, en elke kritiek daarop raakt aan wie wij zelf denken te zijn. En dan gaan we defensief reageren. Dat verklaart ook waarom sommige discussies zo snel polariseren: ze activeren onderliggende loyaliteiten en identiteitslagen, nog voor er inhoudelijk iets is gezegd.
Onveilige hechting en kwetsbaarheid
Niet iedereen is even goed bestand tegen kritiek of feedback. Mensen die zijn opgegroeid in onveilige omstandigheden, waar fouten afgestraft werden of emoties niet geaccepteerd werden, ontwikkelen vaak een diepgeworteld wantrouwen tegenover kritiek. Voor hen voelt elke vorm van tegenspraak als afwijzing of verlating. Defensief reageren is dan een aangeleerd gedrag. Ze zijn niet per se egoïstisch of koppig, maar dragen oude pijn met zich mee die snel geactiveerd wordt.
Psychologisch onderzoek naar hechtingsstijlen toont aan dat mensen met een vermijdende of angstige hechting sneller defensief reageren, zeker in stressvolle sociale situaties. Voor hen is het moeilijk om kritiek te onderscheiden van verwerping — waardoor ze sneller overgaan tot afweer, isolatie of tegenaanval.
De rol van het brein: vecht, vlucht of bevries
Tot slot is er de neurologische component van defensief reageren. Wanneer we iets ervaren als bedreigend — en dat kan dus ook een opmerking zijn die ons zelfbeeld uitdaagt — reageert het brein vaak alsof er fysiek gevaar dreigt. Het limbisch systeem, dat ons stresssysteem aanstuurt, treedt in werking. De hartslag versnelt, spieren spannen zich aan, en het lichaam maakt zich klaar om te vechten, vluchten of te bevriezen.
Tegelijk krijgt de prefrontale cortex, het deel van de hersenen dat verantwoordelijk is voor logisch denken, nuance en zelfreflectie, minder zuurstof en energie. Dat verklaart waarom mensen in een emotionele toestand vaak niet meer tot redelijke dialoog komen. Hun brein zit in verdedigingsmodus. In die toestand is het bijna onmogelijk om open te luisteren of verantwoordelijkheid te nemen — eerst moet het gevoel van veiligheid hersteld worden.
De nadelen van onze verdedigingsreflex
We bespraken waarom mensen vaak automatisch defensief reageren. Uit bescherming van hun zelfbeeld, door cognitieve dissonantie, groepsidentiteit of neurologische reflexen. Maar die reacties hebben een prijs. Defensief gedrag voelt misschien veiliger op het moment zelf, maar op de lange termijn ondermijnt het onszelf, onze relaties en zelfs het maatschappelijke debat. Wie zich voortdurend verdedigt, sluit de deur voor groei, verbinding en verantwoordelijkheid.
Defensief reageren sluit de deur voor zelfontwikkeling
Een van de grootste kosten van defensief reageren is het verlies aan leer- en groeikansen. Feedback is vaak oncomfortabel, maar ook waardevol. Ze toont ons iets wat we zelf niet zagen. Wanneer we defensief reageren — “Dat klopt niet!”, “Zo bedoelde ik het niet!”, “Jij hebt makkelijk praten” — blokkeren we de kans om van de situatie te leren.
Psycholoog Carol Dweck toonde in haar onderzoek naar mindsets aan dat mensen met een groeimindset fouten en kritiek kunnen omarmen als input voor groei. Mensen met een vaste mindset — die geloven dat hun capaciteiten en persoonlijkheid vastliggen — zijn sneller defensief, omdat kritiek voelt als een aanval op hun waarde. Daardoor missen ze kansen op persoonlijke ontwikkeling.
Het verstoort communicatie
Defensiviteit blokkeert open communicatie. In plaats van luisteren en begrijpen, ontstaat er een patroon van ontwijken, tegenaanvallen en rechtvaardigingen. Het gesprek verandert van uitwisseling naar strijd. Defensief reageren roept steeds een conflict op.
In conflicten zien we vaak het klassieke patroon: persoon A uit een zorg of frustratie, persoon B voelt zich aangevallen en verdedigt zich, persoon A voelt zich niet gehoord en reageert feller, waarna persoon B nog meer dichtklapt of in de aanval gaat. De inhoud verdwijnt, en wat overblijft is gekwetstheid aan beide kanten.
Marshall Rosenberg, grondlegger van de geweldloze communicatie, beschrijft hoe oordelen en defensiviteit vaak voortkomen uit niet-geuite behoeften. Maar zolang beide partijen zichzelf beschermen, blijven die behoeften onzichtbaar. Defensief reageren is dan als een harnas aantrekken dat contact onmogelijk maakt.
Je creëert afstand in relaties
Mensen die vaak defensief reageren, merken op den duur dat anderen hen minder confronteren. Niet omdat er niets meer te zeggen valt, maar omdat het gesprek telkens vastloopt. Partners, vrienden of collega’s beginnen zich in te houden. Ze praten om dingen heen, vermijden gevoelige onderwerpen of slikken hun gevoelens in.
Dat lijkt misschien rustiger, maar het creëert afstand. In relaties, zowel privé als professioneel, is vertrouwen gebouwd op openheid. Wie zich voortdurend verdedigt, maakt het anderen moeilijk om oprecht te zijn. Er ontstaat een dynamiek van voorzichtigheid en vermijding, waarin echte verbinding verdwijnt.
Bovendien voelen anderen zich vaak machteloos tegenover defensief gedrag. Ze hebben het gevoel op eieren te moeten lopen, of zichzelf voortdurend te moeten verantwoorden. Dat leidt tot frustratie, wrok of zelfs breuken.
Je zadelt de ander op met jouw ongemak
Een defensieve reactie is zelden neutraal. Ze heeft altijd een impact op de ander. Als iemand bijvoorbeeld iets zegt als: “Ik voelde me gekwetst toen je dat zei,” en de reactie is: “Jij overdrijft altijd!” of “Dat is jouw probleem, niet het mijne,” dan wordt de verantwoordelijkheid teruggekaatst. De ander blijft achter met de pijn én met het gevoel niet ernstig genomen te worden.
Defensief reageren legt steeds de nadruk op zelfbehoud. Maar het ontkent tevens het perspectief van de ander. Daardoor ontstaat er onbalans in de relatie: één persoon mag zich verdedigen, de ander blijft met zijn gevoel zitten. Op termijn leidt dit tot emotionele afstand en een afname van onderling begrip.
Soms draait de hele dynamiek zich zelfs om: het slachtoffer wordt dader, de aanklager wordt aangeklaagd. In plaats van het onderwerp te bespreken, moet de ander zich verantwoorden voor de “toon”, de “timing” of het feit dat hij “kritisch durft zijn”. De kern van het probleem raakt op die manier volledig ondergesneeuwd.
Defensief reageren verlamt het collectieve leerproces
Niet alleen op individueel vlak, ook op collectief niveau is defensiviteit een rem op vooruitgang. In bedrijven, scholen, media of politiek maakt defensief gedrag het bijna onmogelijk om fouten te benoemen of onrecht aan te kaarten zonder tegenreactie.
Denk aan organisaties waar kritiek wordt gezien als een gebrek aan loyaliteit Of aan politieke debatten waarin elke kritische stem meteen wordt afgedaan als ideologisch of vijandig. Het resultaat is een cultuur van zwijgen, wegkijken of elkaar napraten — terwijl de echte problemen blijven etteren.
Defensiviteit werkt ook verlammend op maatschappelijke thema’s zoals racisme, seksisme, ecologie of ongelijkheid. Mensen die feedback krijgen over hun gedrag (“Je bent je misschien niet bewust van dit patroon”) reageren vaak alsof ze persoonlijk worden aangevallen (“Je noemt me een slecht mens!”). Daardoor worden gesprekken over rechtvaardigheid of verandering snel gepolariseerd en valt elke nuance weg.
De psycholoog Derald Wing Sue noemt dit fenomeen microagression defensiveness: het onvermogen van dominante groepen om feedback over onbewuste vooroordelen te verdragen, waardoor ze gesprekken over ongelijkheid telkens doen ontsporen.
Defensief reageren vergroot je eigen isolement
Ironisch genoeg proberen mensen met defensief gedrag zichzelf te beschermen tegen afwijzing — maar veroorzaken ze die net. Want wie geen ruimte laat voor feedback, voor kwetsbaarheid of voor dialoog, sluit anderen buiten.
En hoe meer mensen afhaken, hoe eenzamer en onveiliger het wordt. Defensieve mensen voelen zich vaak verkeerd begrepen of onterecht beschuldigd. Maar ze zien niet dat hun reacties de afstand in stand houden.
Pas wanneer de verdedigingsmechanismen tijdelijk worden neergelegd, ontstaat de mogelijkheid tot verbinding, erkenning en herstel. Met defensief reageren plaats je jezelf los van anderen. Je bereikt met andere woorden net het tegenovergestelde. Geen veiligheid, maar onzekerheid.
Wat kun je doen als iemand in de verdediging schiet?
Je spreekt iemand aan met een bezorgdheid of opmerking — en nog voor je bent uitgepraat, zie je de muur al omhoog gaan. Verontwaardiging. Ontkenning. Tegenaanval. De ander sluit zich af, of kaatst alles terug. Het gesprek stokt, en jij blijft achter met frustratie. Herkenbaar? Je bent niet alleen. Defensieve reacties zijn overal, en vaak onbedoeld. Maar wat kun je doen als jij geconfronteerd wordt met mensen die defensief reageren? Hoe houd je het gesprek open zonder zelf te ontploffen of toe te geven?
Eerst: zie wat er écht gebeurt
Een defensieve reactie is zelden een rationele beslissing. Het is een emotionele reflex, gestuurd door de behoefte aan veiligheid. Zoveel begrijpen we intussen. De ander voelt zich bedreigd — niet noodzakelijk door jou, maar door wat jouw boodschap oproept: schaamte, schuld, onzekerheid of angst. Ook al bedoel je het niet zo, het hoe men je boodschap interpreteert.
Wie dat begrijpt, kan het gedrag van de ander herkaderen: niet als onwil, maar als overlevingsmechanisme. Dat betekent niet dat je alles moet goedpraten of acceptabel te vinden, maar het helpt wel om het niet persoonlijk te nemen.
Wat beter níét te doen wanneer mensen defensief reageren.
Als iemand defensief reageert, zijn we zelf vaak geneigd tot één van deze reflexen:
- Druk verhogen: “Zie je wel dat je fout zit!”
- Corrigeren of factchecken: “Maar dat is objectief onjuist, kijk maar hier…”
- Overreden: “Luister nu gewoon eens rustig naar me…”
- Zelf in de verdediging gaan: “Ik probeerde alleen maar te helpen, hoor!”
Deze reacties versterken meestal de weerstand. De ander voelt zich nóg meer onder vuur en trekt zich verder terug of reageert feller. De kloof wordt groter.
Wat je wél kunt doen wanneer mensen defensief reageren
1. Vertraag en benoem de spanning
In plaats van direct terug te reageren, neem je best een stap terug en benoem wat je ziet, maar steeds zonder oordeel. “Het lijkt alsof dit je raakt.” “Volgens mij maakt dit iets los.” “Zullen we even pauzeren?”
Dit haalt de angel uit de strijd, en geeft ruimte aan wat onderhuids speelt. Het activeert de prefrontale cortex bij de ander — het deel dat nuance, empathie en zelfreflectie mogelijk maakt. Door vertraging komt er ademruimte.
2. Erken de ander, zonder jezelf weg te cijferen
Mensen worden vaak defensief omdat ze bang zijn voor veroordeling. Door erkenning te geven aan hun perspectief of intentie, maak je het gesprek veiliger. Voorbeelden:
- “Ik weet dat je het goed bedoelt.”
- “Ik zie dat dit moeilijk is om te horen.”
- “Dit is niet makkelijk, maar toch wil ik het benoemen.”
Dat betekent niet dat je je punt laat vallen. Het betekent dat je laat voelen: ik ben niet tegen jou — ik ben vóór openheid.
3. Gebruik ik-taal, geen jij-aanvallen
Zinnen als “Jij luistert nooit” of “Jij begrijpt me niet” klinken als beschuldigingen, en laten mensen defensief reageren. Gebruik liever ik-taal, waarin je je gevoel en behoefte uitdrukt:
- “Ik voel me niet gehoord als…”
- “Het maakt me onzeker wanneer…”
- “Ik wil graag dat we eerlijk kunnen praten over…”
Deze taal is moeilijker om aan te vallen, want het gaat niet over de ander, maar over jou. En tegelijk nodig je de ander uit tot contact, zonder druk. Door jezelf en je eigen gevoelens te benoemen, kan de ander zich onmogelijk aangevallen voelen.
4. Stel open vragen en gebruik geen stellingen
Stellingen zetten dingen vast. Vragen breken de wereld open. Een open vraag nodigt uit tot reflectie en betrokkenheid. Bijvoorbeeld:
- “Hoe zie jij dat?”
- “Wat maakt dat dit je zo raakt?”
- “Wat heb je van mij nodig om dit bespreekbaar te maken?”
Mensen voelen zich hierdoor minder onder druk gezet en meer betrokken in het proces. Ze ervaren invloed in plaats van bedreiging. Het is bijzonder moeilijk (maar niet onmogelijk) om hier tegen in de verdediging te gaan. Vragen kunnen immers ook een oordeel impliceren. Let dus op dat er geen verborgen oordeel in de vragen zit, anders ken men alsnog defensief reageren.
5. Blijf verbonden met je eigen intentie
Als het gesprek moeilijk wordt, verlies je snel het doel uit het oog. Herinner jezelf eraan: Waarom wilde ik dit aankaarten? Ging het om gelijk krijgen, of om verbinding herstellen? Ging het om afrekenen, of om gehoord worden?
Wie trouw blijft aan zijn intentie om helder en zorgzaam te communiceren, zal minder snel in tegenreacties vervallen. En dat beïnvloedt ook de ander.
Grenzen bewaken zonder hard te worden
Soms helpt niets. Soms blijft de ander defensief Soms weken je woorden niet los wat vastzit. Dat is pijnlijk, maar je kunt niet alles oplossen. Wat je wél kunt, wanneer mensen blijven volharden en defensief reageren hun standaard aanpak is, is je eigen grens aangeven. Met respect en zonder oordeel.
- “Ik merk dat dit gesprek nu geen ruimte heeft, misschien is later beter.”
- “Als je openstaat voor gesprek, ben ik er. Tot dan geef ik je rust.”
- “Ik wil het graag hebben over wat er leeft, maar niet als we elkaar blijven kwetsen.”
Grenzen stellen is niet het einde van verbinding — het is de voorwaarde ervoor.
Waarom het moeite loont
Mensen die defensief reageren zijn niet per se onwillig, dom of vijandig. Ze zijn vaak gekwetst, onzeker of bang om hun waardigheid te verliezen. Door hen niet te forceren, maar uit te nodigen, ontstaat er langzaam ruimte voor gesprek.
Je kunt niemand forceren om zichzelf te openen. Maar je kunt wél het klimaat creëren waarin dat veiliger voelt. En soms is dat genoeg om iets in beweging te brengen.
U kan gans dit artikel (en vele anderen) gratis downloaden via deze pagina

Geef als eerste een reactie