Bewustzijn na de dood: kan het voortbestaan? Een wetenschappelijke verkenning

Bewustzijn na de dood

Als kind was de dood iets vreemds voor mij.  Ik dacht erover na en had er een beetje schrik voor.  Later, als puber en volwassen man, was ik te veel met leven en alles wat daarbij komt kijken bezig om er lang bij stil te staan.  Nu, nu de jaren steeds verder kruipen en de dood steeds vaker doorheen mijn kennissenkring waart, nu komt die vraag terug.  Ik merk dat ik er vaker over spreek met anderen en dat ik er steeds meer vragen over krijg.  Kan ons bewustzijn na de dood verder bestaan?

Is er leven na de dood?  Tal van religies en filosofische opvattingen hebben er een antwoord op.  Het ene antwoord al duidelijker dan het andere.  Zowat iedereen heeft er zijn eigen idee over.  Ondanks dat lijken geen van deze antwoorden echt te bevredigen.  Van het totale nihilisme van Schoppenhauer tot helderste voorstellingen van hemel en hal, van de wedergeboorte tot het grote niets.  De vraag blijft hangen en roept angst of euforie op, afhankelijk van wie je de vraag stelt.

Bewustzijn na de dood, de nieuwe hype

Er heerst een kleine hype rond bijna dood ervaringen (BDE’s of NDE’s in het Engels) en onderzoeken naar reïncarnatie.  Het ene al geloofwaardiger dan het andere.  Er zijn passionele voor- en tegenstanders.  Er zijn specialisten allerhanden. En toch blijft de vraag onbeantwoord.  Zoals bij zo vele vragen, missen we de logische discipline van de wetenschap om tot een helder en eenduidig besluit te kunnen komen.

Alles valt dus weer terug op onze ‘opvattingen’, ons aanvoelen.  Datgene wat ons emotioneel het meest geloofwaardig lijkt wordt waarheid.  En de discussies tussen voor- en tegenstanders kunnen luster verder woeden.  Er lijkt immers geen standaard van juist of fout te zijn.  Enkel een ongestaafd geloof tegenover een ongefundeerde mening stellen brengt iemand een stap verder.

Maar wat kan de wetenschap ons hierover vertellen?  Beschikt de wetenschap over voldoende feiten om een geloofwaardige hypothese neer te zetten?  Zijn er experimenten of onderzoeken die een tip van de sluier kunnen oplichten?  Is er minstens een mogelijkheid dat ons bewustzijn na de dood kan verder bestaan?  Desnoods in een andere vorm?  Ik ging op speurtocht.  Dit is wat de wetenschap ons vandaag de dag kan vertellen over leven na de dood.

Download deze post als pdf

Een wetenschappelijk inzicht in Bewustzijn na de dood

Inleiding

De vraag of het bewustzijn na de dood kan voortbestaan, houdt niet enkel ons, maar ook wetenschappers en leken allerhanden al lange tijd bezig. Vanuit religie of spiritualiteit wordt vaak aangenomen dat een ziel of geest het lichaam overleeft, maar hoe kijkt de hedendaagse wetenschap hiernaar? In dit overzicht bespreken we de dominante wetenschappelijke visie die het bewustzijn koppelt aan het brein, evenals alternatieve theorieën en onderzoeken die suggereren dat bewustzijn mogelijk onafhankelijk van het lichaam kan bestaan. We gaan daarbij in op bijna-doodervaringen (BDE’s) en op ideeën uit de kwantummechanica – zoals de Orch-OR-theorie van Stuart Hameroff en Roger Penrose – die soms worden aangehaald in dit debat. We sluiten af met de wetenschappelijke consensus en kritiek op deze theorieën over bewustzijn na de dood.

Bewustzijn en het brein: de heersende wetenschappelijke visie

In de neurobiologie is het materialistische standpunt dominant: bewustzijn wordt gezien als een product van hersenactiviteit. Met andere woorden, “wij zijn ons brein” – alles wat we denken, voelen en ervaren wordt bepaald door de structuur en functies van onze hersenen (Feest van de Filosofie: Dick Swaab over de ziel als misverstand). Het gevolg van dit standpunt is dat wanneer de hersenfunctie permanent wegvalt (bij de dood), het bewustzijn ook verdwijnt. Veel onderzoekers stellen dan ook simpel: geen werkend brein, geen bewustzijn, en dus zeker geen leven na de dood (The new science of death: ‘There’s something happening in the brain that makes no sense’ | Death and dying ). Deze fysische visie wordt gestaafd door talloze waarnemingen in de geneeskunde: zelfs kleine hersenbeschadigingen kunnen iemands persoonlijkheid en bewustzijnstoestand immers al drastisch veranderen. Het bewustzijn lijkt dus onlosmakelijk verbonden met het levende brein. Moderne theorieën over hoe het brein bewustzijn genereert – zoals de global workspace-theorie en de geïntegreerde informatie-theorie – gaan er allemaal vanuit dat bewustzijn ontstaat uit complexe informatieverwerking tussen neuronen.

Volgens de heersende wetenschap is er geen geldig bewijs dat het bewustzijn los van het brein kan bestaan. Deze wetenschappelijke orthodoxie – dat de geest niet onafhankelijk van de hersenen kan functioneren – wordt breed gedragen. Het idee van een onsterfelijke, onstoffelijke ziel wordt door neurowetenschappers vaak als een misverstand beschouwd. Samengevat is de consensus: het bewustzijn is een emergente eigenschap van een levend brein, en met het definitieve uitvallen van de hersenfuncties (de dood) houdt ook het bewustzijn op te bestaan. 

Dit is de heersende consensus onder het merendeel van wetenschappers.  Maar het is daarom nog geen waarheid.  Ooit dacht het merendeel van de wetenschappers dat de aarde plat was.  Dat de geluidsmuur niet doorbroken kon worden…  Het is eigen aan wetenschap om een consensus te vinden over iets op basis van alles wat men tot op dat moment weet en kan observeren.

Theorieën over een onafhankelijk voortbestaan van bewustzijn

Ondanks de dominante opvatting zijn er wetenschappers en filosofen die suggereren dat bewustzijn meer is dan alleen een bijproduct van hersencellen. Dit idee – vaak een vorm van dualistische of non-lokale visie – houdt in dat de geest, de ziel of het bewustzijn niet volledig door de materie wordt geproduceerd, maar mogelijk buiten het lichaam kan bestaan en voortduren. Hieronder bespreken we twee invalshoeken waarop dit gebaseerd wordt: (1) inzichten uit bijna-doodervaringen en (2) theorieën uit de kwantumfysica (die we in de volgende sectie uitwerken).  Zij kunnen ons eventueel iets leren over het voortbestaan van het bewustzijn na de dood

Bijna-doodervaringen en bewustzijn buiten het lichaam

Bijna-doodervaringen (BDE’s) zijn intense bewustzijnservaringen die optreden bij mensen die klinisch dood lijken te zijn of in levensbedreigende situaties verkeren. Klassieke elementen zijn een gevoel van uit het lichaam treden (out-of-body experience), het zien van een tunnel en helder licht, intense gevoelens van vrede of liefde en soms het waarnemen van gebeurtenissen rondom het eigen stervende lichaam (Ode – Pim van Lommel). Opvallend is dat mensen met een BDE vaak melden dat ze blijvend minder bang zijn voor de dood, omdat ze het gevoel hebben gekregen dat hun bewustzijn doorloopt en de dood slechts “het afleggen van een jas” is.

BDE’s komen relatief vaak voor bij hartstilstand-patiënten die succesvol worden gereanimeerd. In 2001 publiceerde de Nederlandse cardioloog Pim van Lommel een beroemde studie in The Lancet met 344 hartstilstand-overlevers. Hierin rapporteerde 18% van de patiënten een bijna-doodervaring (waarvan 12% een diepe “kernervaring”) (Near-death experience in survivors of cardiac arrest: a prospective study in the Netherlands – PubMed). Opmerkelijk genoeg konden medische factoren (zoals duur van de hartstilstand of toediening van medicijnen) niet verklaren waarom de ene patiënt wel en de ander geen BDE had.

Van Lommel merkte op dat als BDE’s louter door zuurstoftekort in de hersenen veroorzaakt werden, veel meer patiënten zo’n ervaring zouden moeten melden. Dit suggereert volgens hem dat er meer aan de hand is dan een puur fysiologisch fenomeen. Van Lommel concludeert in zijn boek Eindeloos Bewustzijn dat huidige neurobiologische theorieën tekortschieten om BDE’s te verklaren. Hij stelt dat het bewustzijn mogelijk los van de hersenen kan functioneren – dat het brein wellicht fungeert als een soort ontvanger of filter van bewustzijn in plaats van de producent ervan.

In een interview vergeleek hij de hersenen met een tv-toestel dat bewustzijnsgolven ontvangt en omzet in ervaringen. Tijdens een bijna-doodervaring, zo redeneert Van Lommel, is die filter weggevallen en kan een ruimer bewustzijn ervaren worden dan normaal. Volgens Van Lommel zijn BDE’s “alleen te verklaren als je ervan uitgaat dat er een continuïteit van bewustzijn is en dat het bewustzijn zich, compleet met al onze ervaringen en herinneringen, buiten de hersenen bevindt.”  Waar dat “bewustzijn buiten de hersenen” zich dan zou bevinden is speculatief – Van Lommel suggereert een vorm van collectief bewustzijnsveld waarin informatie (herinneringen, identiteit) opgeslagen ligt. De hersenen zouden normaliter op dat veld “afstemmen” via unieke lichaamskenmerken (bijv. DNA).

Bewustzijn na de dood, BDE ervaringen

Er zijn veel gerapporteerde casussen die deze visie proberen te staven. Zo zijn er BDE-patiënten die accurate details beschrijven van wat er rondom hun lichaam gebeurde terwijl zij zelf klinisch gezien bewusteloos of dood waren. Een bekend voorbeeld is het zogeheten “observationeffect” uit de AWARE-studie onder leiding van Sam Parnia. In deze grootschalige studie (2014) met >2000 hartstilstandgevallen rapporteerde ~9% van de geïnterviewde overlevers een klassieke BDE, en ongeveer 2% had een expliciete uit-het-lichaam-ervaring met visuele waarneming ( World’s largest near death experiences study | University of Southampton ). In één geval kon men de ervaring verifiëren: een patiënt beschreef nauwkeurig wat er in de behandelkamer gebeurde tijdens drie minuten van hartstilstand, geverifieerd aan de hand van een geluidssignaal in die periode.

Dat is opvallend, omdat de hersenen doorgaans binnen 20–30 seconden na een hartstilstand stoppen met functioneren. Parnia noemt het “paradoxaal” dat er toch bewustzijn en waarneming leek op te treden in een periode zonder hartslag en (naar verwachting) zonder hersenfunctie. Hoewel dit geïsoleerde geval geen sluitend bewijs levert voor bewustzijn los van het lichaam, laat het zien waarom sommigen serieus overwegen dat het bewustzijn een tijdlang kan voortbestaan zelfs als het brein niet meetbaar actief is. Met andere woorden dat bewustzijn na de dood mogelijk is omdat het bewustzijn los van ons fysieke leven zou bestaan.

Tegenover deze bevindingen staat echter een flinke dosis scepsis. Critici wijzen erop dat geen van deze ervaringen onomstotelijk bewijst dat de geest echt los van het lichaam opereerde. Alternatieve verklaringen liggen voor de hand: bijvoorbeeld dat er toch restactiviteit in de hersenen was die subtiele ervaringen genereerde, of dat herinneringen van net vóór of net ná de klinische dood achteraf verkeerd worden getimed door de persoon.

Neurologen benadrukken dat er kort na een hartstilstand soms nog elektrische activiteit in de hersenen kan optreden – er zijn bij stervenden zelfs ‘surges’ of vloedgolven van georganiseerde hersengolven waargenomen, waaronder gamma-golven die geassocieerd worden met bewuste waaktoestand (The new science of death: ‘There’s something happening in the brain that makes no sense’ | Death and dying).

Dergelijke bevindingen wekken de suggestie dat veel fenomenen van BDE’s binnen het stervende brein zelf verklaard kunnen worden. Zo kunnen drugs als ketamine of extreme stresservaringen ook tunnels, uittredingen en euforie oproepen, zonder dat men echt dood is. Vanuit de fysieke neuroscience-hoek worden BDE’s dan ook vaak gezien als een soort hallucinatoire droombeelden die ontstaan door chaotische neurale activiteit in een stervend brein.

Samengevat is er vooralsnog geen experimentele doorbraak die onomstotelijk aantoont dat bewustzijn na de dood blijvend zonder lichaam kan voortbestaan – maar de bijzondere cases en ervaringen blijven onderwerp van onderzoek en debat.  Maar evenmin is er enig bewijs dat bewustzijn na de dood een onmogelijkheid is.

Kwantummechanica en bewustzijn na de dood: Orch-OR en andere theorieën

Een heel andere invalshoek in het debat komt uit de kwantummechanica. Enkele wetenschappers hebben geopperd dat klassieke biologie tekortschiet om bewustzijn te verklaren, en dat kwantumfysische processen een rol moeten spelen. De bekendste hiervan is de Orchestrated Objective Reduction (Orch-OR) theorie, ontwikkeld door de natuurkundige Roger Penrose en anesthesioloog Stuart Hameroff. Orch-OR postuleert dat bewustzijn zijn oorsprong vindt in kwantumprocessen binnen neuronen, met name in microscopisch kleine structuurtjes genaamd microtubuli (Orchestrated objective reduction). Volgens Penrose & Hameroff zijn deze quantumprocessen gekoppeld aan fundamentele natuurkunde (zwaartekrachtsinstorting van de quantumtoestand, de “objective reduction”). Hierdoor zou het brein meer kunnen dan een klassiek neuraal netwerk; het zou niet-algoritmische, “quantumcomputing” eigenschappen hebben, wat volgens Penrose nodig is om bijvoorbeeld menselijke inzicht en het bewustzijn te begrijpen.

Inzichten uit de kwantummechanica worden in dit kader soms aangevoerd om ruimte te scheppen voor een bewustzijn dat niet volledig materieel is. Een belangrijk punt is dat kwantumfysica laat zien dat informatie fysisch niet zomaar verdwijnt – quantum-informatie is behoudend en kan verstrengeld raken met de omgeving. Hameroff heeft gesuggereerd dat als bewustzijn in de microtubuli op kwantumniveau zit, de “kwantuminformatie” die overeenkomt met onze bewuste toestand niet verloren gaat wanneer iemand sterft. In plaats daarvan zou deze informatie terugvallen op een meer fundamenteel veld of in het heelal diffunderen. Hameroff stelt bijvoorbeeld dat tijdens een bijna-doodervaring (zoals bij hartstilstand) de quantumtoestand in de microtubuli instort doordat het hart stopt en de bloedstroom wegvalt – maar dat de informatie daarbij niet vernietigd wordt. Het wordt volgens hem herverdeeld in het universum: “de kwantuminformatie binnenin de microtubuli wordt niet vernietigd… het wordt opnieuw gedistribueerd en verdwijnt in dat grote universum.” ( Bewijst de kwantumtheorie dat de ziel en bewustzijn na dood naar een andere dimensie verhuizen ). Komt de patiënt weer tot leven, dan zou die informatie terug kunnen keren in de microtubuli, wat het gevoel verklaart dat men “terug in het lichaam schiet” en een BDE rapporteert . Cruciaal is Hameroffs vervolgstap: indien de patiënt niet gered wordt, “is het mogelijk dat de kwantuminformatie buiten het lichaam kan verder bestaan, misschien voor onbepaalde tijd, als een ziel.” .

Quantum Bewustzijn na de dood?

Met andere woorden, ons bewustzijn (of proto-bewustzijn) zou gebaseerd zijn op kwantuminformatie die onderdeel is van de fundamentele structuur van ruimte en tijd, en daardoor kan een “stuk” van ons bewustzijn voortbestaan ook na het afsterven van het brein. In dit beeld zijn onze hersenen niet meer de producent van bewustzijn, maar eerder een ontvanger/versterker die het alomtegenwoordige kwantumbewustzijn oppikt – een visie die opvallend overeenkomt met Van Lommels idee van het brein als ontvangstapparaat.

Het Orch-OR model en vergelijkbare kwantumbewustzijn-theorieën bieden zo een mogelijke wetenschappelijke basis voor het voortbestaan van bewustzijn na de dood, zonder direct naar religieuze concepten te grijpen. Ze integreren de idee van een onsterfelijke ziel met kwantumfysische principes. Ook andere denkers, zoals bioloog Robert Lanza met zijn Biocentrisme-theorie, speculeren dat het leven en bewustzijn fundamenteel zijn in het universum en dat bewustzijn (of “de ziel”) na de dood naar andere dimensies of universa kan migreren . Dit zijn echter zeer hypothetische concepten die verder gaan dan wat empirisch is aangetoond.

Bewijslast en kritiek vanuit de wetenschap

De Orch-OR theorie en aanverwante kwantum-scenario’s zijn zeer omstreden. De meerderheid van neurowetenschappers en fysici is niet overtuigd dat kwantummechanica een rol speelt bij bewustzijn, laat staan dat het bewijs levert voor leven na de dood. Enkele belangrijke punten van kritiek en de huidige stand van de wetenschap zijn:

  • Decoherentie-probleem: Kritische fysici (bijv. Max Tegmark) hebben betoogd dat kwantumtoestanden in de warme, natte omgeving van het brein uiterst kortstondig zijn. Tegmark berekende in 2000 dat eventuele kwantumcoherentie in microtubuli binnen femtoseconden zou instorten door interactie met de omgeving . Dat is biljoenen keer te kort om enige bijdrage te leveren aan neurale processen, die op milliseconden-schaal werken. Met andere woorden, het brein is volgens onze huidige kennis te “warm, vochtig en ruiserig” voor delicate kwantumcomputatie.
  • Bovendien hebben prominente neurowetenschappers zoals Christof Koch erop gewezen dat we geen aanwijzing nodig hebben voor kwantumprocessen om bewustzijn te verklaren – gewone neurale mechanismen volstaan hier waarschijnlijk voor. Koch merkte zelfs op dat zonder spectaculaire nieuwe ontdekkingen, deze kwantumhypothesen hoogstens als “zeer onwaarschijnlijk” mogen worden beschouwd. Recente experimenten (2022) hebben bovendien expliciet gezocht naar kwantumzwaartekracht-effecten volgens Orch-OR en geen bewijs gevonden voor dergelijke instortingsprocessen in verband met bewustzijn. Dit alles zet toch enkele vraagtekens bij Orch-OR.
  • Geen bewijs voor “kwantumziel”: Hoewel Hameroff en anderen speculeren over kwantuminformatie die na de dood voortleeft, is hier geen directe empirische ondersteuning voor. Het blijft vooralsnog bij speculatie en analogie. Critici noemen het idee van een “kwantumziel” eerder metafysica dan testbare wetenschap. Ook Penrose zelf houdt afstand: hij onderschrijft de fysische Orch-OR basis, maar heeft zich minder uitgesproken over zaken als een ziel of leven na de dood. Het koppelen van Orch-OR aan een onsterfelijke ziel is dus grotendeels Hameroffs persoonlijke interpretatie en geen algemeen geaccepteerd onderdeel van de theorie.
  • Neurobiologische bezwaren: Traditionele neurowetenschap wijst op vele bevindingen die het hersengebonden bewustzijn ondersteunen. Bijvoorbeeld: als bewustzijn los van het brein zou bestaan, waarom zien we dan zo’n strakke correlatie tussen hersenactiviteit en bewuste ervaring? Zodra iemand in diepe coma raakt of bepaalde hersengebieden beschadigd worden, verdwijnt of verandert het bewustzijn direct. Er is nog nooit aangetoond dat een bewustzijn manifest blijft terwijl de hersenen aantoonbaar geheel zijn uitgeschakeld (BDE’s vormen hierop geen bewezen uitzondering, zoals besproken). Ook de geheugenopslag lijkt neurobiologisch te verklaren – waar Van Lommel suggereerde dat het brein niet genoeg capaciteit heeft voor levenslange herinneringen, weten we inmiddels dat synaptische netwerken en moleculaire processen (zoals door Nobelprijswinnaar Eric Kandel opgehelderd) wel degelijk geheugen vormen in de hersenen. Er is dus geen dwingende noodzaak om herinneringen “buiten de hersenen” te postuleren.
  • Verklaring van bijna-doodervaringen: Fysiologische verklaringen voor BDE’s hebben nog de overhand in de wetenschap. Bijvoorbeeld: zuurstoftekort en hyperactiviteit in een stervend brein kunnen hallucinaties en euforie geven; stresshormonen en neurotransmitterdump kunnen levensflitsen en tunnels veroorzaken; en het fenomeen van spreading depolarization (een soort elektrische “silence wave” die zich bij de dood door de cortex verspreidt (Surge of neurophysiological coherence and connectivity in the dying …)) zou verbonden kunnen zijn met de laatste bewuste gewaarwordingen. Neurowetenschappers zoals Jimo Borjigin hebben bij stervende dieren en mensen onverwacht rijke hersenactiviteit gemeten vlak na het intreden van klinische dood. Dit suggereert dat de innerlijke belevingswereld op het randje van de dood nog een keer in overdrive kan gaan, wat de impressionante ervaringen van BDE’s zou kunnen veroorzaken zonder dat er werkelijk sprake is van een losgekoppelde geest. Bovendien zijn de meest spectaculaire anekdotes (bv. accurate waarneming tijdens een BDE) zeldzaam en omgeven met onzekerheid. In de AWARE-studie kon slechts 1 van de 2060 patiënten zo’n observatie leveren – en zelfs dat ene geval wordt door sceptici niet als sluitend bewijs gezien, eerder als iets dat nader onderzoek verdient. De standaardverklaring blijft dus dat BDE’s bijzondere, maar biologisch geënte bewustzijnservaringen zijn, maar geen bewijs van een ziel die het lichaam verlaat.

Vergelijking van visies en theorieën

Onderstaand schema vergelijkt de besproken visies op de relatie tussen brein, bewustzijn en een mogelijk voortbestaan na de dood:

Visie/TheorieKernidee over bewustzijnBewustzijn na de dood
Materialisme (neurobiologie)Bewustzijn is een product van het fysieke brein; “wij zijn ons brein”.Houdt op te bestaan zodra het brein ophoudt te functioneren (geen voortbestaan) ([The new science of death: ‘There’s something happening in the brain that makes no sense’
Dualisme / Non-lokaal bewustzijn (bv. van Lommel)Bewustzijn is niet louter in het brein; brein functioneert als ontvanger of filter van een continu bewustzijnsveldBewustzijn kan het lichaam verlaten en continuïteit behouden na de dood (een ziel of non-lokaal bewustzijn)
Kwantum bewustzijn (Orch-OR) (Hameroff & Penrose)Bewustzijn ontstaat door kwantumprocessen in de hersenen (microtubuli); proto-bewustzijn is fundamenteel in het universum ([

NB: Bovenstaande “dualistische” en “kwantum” visies bevinden zich momenteel aan de rand van de wetenschappelijke mainstream. Ze worden door veel onderzoekers als interessant maar onbewezen beschouwd. Materialisme is veruit de dominante opvatting in de wetenschap, terwijl echte dualistische overlevingshypothesen en de Orch-OR theorie vooralsnog weinig acceptatie vinden in de empirische gemeenschap.

Conclusie; bewustzijn na de dood

Vanuit strikt wetenschappelijk oogpunt is er geen hard bewijs dat bewustzijn autonoom kan voortbestaan na de lichamelijke dood. De meeste neurowetenschappers gaan ervan uit dat het bewustzijn verdwijnt wanneer de hersenactiviteit permanent wegvalt, ondersteund door de sterke correlatie tussen breinfuncties en bewustzijnstoestanden in het levende lichaam.

Toch blijven grensgevallen zoals bijna-doodervaringen intrigeren. Ze hebben geleid tot hypothesen dat de geest los van het lichaam kan functioneren, en zelfs tot ideeën uit de kwantumfysica die een soort “informatie-ziel” postuleren. Dergelijke theorieën (bijv. Hameroff en Penrose’s Orch-OR) bieden een prikkelend alternatief kader waarin bewustzijn misschien fundamenteel is aan de realiteit en niet simpelweg verdampt bij de dood. Maar het wetenschappelijke bewijs voor deze claims is voorlopig relatief zwak of indirect, en er bestaat aanzienlijke kritiek.

Experimenten en berekeningen laten vooralsnog zien dat kwantumprocessen in het brein zeer kortstondig zijn en dat bekende neurologische mechanismen voldoende lijken om bewustzijn te verklaren. Eveneens zijn bijna-doodervaringen goeddeels te begrijpen als extreme hallucinatoire ervaringen van een stervend brein, zonder te hoeven aannemen dat een geest echt loskomt van het lichaam.

Samenvattend is de consensus onder wetenschappers dat bewustzijn hoogstwaarschijnlijk niet voortleeft na de dood van het brein. Maar omdat het bewustzijn zelf – het hoe en waarom van ons innerlijke ervaren – nog altijd vragen oproept (het “moeilijke probleem” van de bewustzijnsfilosofie), blijven sommige onderzoekers openstaan voor onconventionele theorieën. Zolang er geen reproduceerbaar empirisch bewijs is voor een onafhankelijke geest, zal de wetenschap voorzichtig blijven: buitengewone stellingen vergen buitengewoon bewijs. Voor nu wijst het beste bewijs erop dat ons bewustzijn gebonden is aan ons levende brein – al zal het mysterie van leven en dood ongetwijfeld verdere verkenning blijven uitlokken.  Bewustzijn na de dood kan niet bewezen worden, maar ook niet tegengesproken.  Zoals vaak in wetenschappelijke discours zak enkel verder onderzoeken en nieuwe inzichten ons weer een stapje dichten brengen bij het begrijpen van wat is.

Ondanks de vele anekdotische verhalen, zelfs van Neurologen die het zelf meemaakten zoals Eben Alexander, of de rotsvaste overtuigingen van tal van cardiologen en andere artsen, beschikken we nog niet over voldoen wetenschappelijke kennis om het bestaan van Bewustzijn na de dood te ontkennen of te bevestigen.

Het roept bovendien een nieuwe vraag op.  En dat is een fundamentele vraag die we misschien eerst meten beantwoorden; wat is bewustzijn?  Een onderwerp voor een volgende bijdrage!

Download deze post als pdf

Geef als eerste een reactie

Geef een reactie